Er is het busraam waartegen je je hoofd probeert te rusten onderweg naar huis. Echt ontspannen lukt niet want de weg doet de ramen trillen.
Er is het aardige meisje naast je dat stopt met praten. Nu kun je eindelijk naar buiten kijken.
Er zijn de heuvels die geel, oranje, oker zijn in een oktoberzon. Er zijn meren die ook oker zijn – weerspiegeling.
Er is een besef. Er is geen tijd. Er is CO2.
Er is een eerste traan en dan de rest en er zijn natte wangen, snot.
Er is een woede, onmacht. Dit maken we kapot. Kapot kapot kapot.
Er was koraal, elfstedentochten. Er was Charles David Keeling en in 1960 de eerste Keelingcurve.
Er is Shell, er is Trump, er is geen btw op vliegtickets. Er is je broer die zegt dat vlees eten bij Man Zijn hoort.
Er is een moment waarop alles helder is: waar ik om huil is waarvoor ik wil vechten is waarvoor ik leef.
Vind ik echt mooi Fen, ik zat ook in die bus